Header oesters

Babyoesters ontdekt bij oestertafels windpark Borssele III & IV

Beschuit met muisjes: de platte oesters die in 2020 zijn uitgezet in het windpark Borssele III & IV hebben zich voortgeplant. Dat blijkt uit het laatste onderzoek, waarbij de oestertafels voor het eerst in twee jaar uit het water werden gehesen. En er zijn nog meer positieve resultaten.

Borssele III & IV

Zo’n 55 kilometer uit de kust van Vlissingen bevindt zich het windpark Borssele III & IV, gebouwd en geëxploiteerd door Blauwwind. De windturbines wekken genoeg energie op om 825.000 Nederlandse huishoudens van groene stroom te voorzien. Hoewel offshore windparken noodzakelijk zijn voor de energietransitie, is het eveneens van belang om de biodiversiteit te beschermen en waar mogelijk te verbeteren. In 2020 begonnen Blauwwind en De Rijke Noordzee daarom in samenwerking met Eurofins een herstelproject voor de inheemse platte oester.

Het onderzoek in een notendop

  • In 2020 zijn de oestertafels geplaatst
  • In 2021 werd schelpmateriaal gestort om oesterlarven te helpen hechten en werden de oestertafels voor het eerst uit het water gehesen en onderzocht
  • In 2023 werden de oestertafels voor een tweede keer onderzocht, de resultaten lees je in dit bericht

Afbeelding: Eurofins Aquasense

Oestertafels voor gezond onderwaterleven

Voor het project werden op verschillende plekken in het Borsselegebied oestertafels geplaatst met bij elkaar meer dan 2.400 platte oesters. Om de oesterlarven goed te laten hechten werd ook schelpmateriaal gestort. Met het project willen de onderzoekers niet alleen de platte oester weer laten floreren in de Nederlandse Noordzee, maar ook de biodiversiteit rond het windpark versterken. Marin van Regteren, marien ecoloog bij Eneco, is een van de betrokkenen bij het project. ‘We hopen op een natuurlijke vorming van oesterriffen.’

Meten is weten

De belangrijkste meetpunten van het onderzoek waren het overlevingspercentage en het voortplantingsstadium van de oesters. Daarnaast werd er gezocht naar de oesterparasiet (Bonamia ostreae), en gekeken in hoeverre de oesters zich hechten op de erosiebescherming en het schelpmateriaal rondom de fundering van de windturbines. Door middel van op afstand bestuurbare onderwatercamera’s (ROV’s) en eDNA-onderzoek brachten de onderzoekers het zeeleven in kaart. Marin: ‘Hiermee proberen we een totaalplaatje te creëren van de biodiversiteit in het windpark.’

Resultaten in een notendop

  • Gemiddeld overlevingspercentage platte oesters: 70%
  • Percentage onderzochte oesters dat klaar was om zich voort te planten: 88%
  • Oesterparasiet: niet gevonden
  • Oesterzaad (babyoesters): gevonden
  • Totaal aantal diersoorten gesignaleerd in het windpark: 128

Afbeelding: Eurofins Aquasense

Babyoesters en 128 diersoorten gevonden

Nog even aandacht voor het allermooiste onderzoeksresultaat: de babyoesters. ‘Ja! We hebben op meerdere locaties waar we watermonsters afnamen oesterzaad – of babyoesters – gevonden’, bevestigt Marin. ‘En het overgrote deel van de oesters die we onderzochten was al bijna klaar om hun eitjes de zee in te sturen.’ Met foto- en videoanalyses, schraapmonsters en DNA-analyse van watermonsters is ook de biodiversiteit in het windpark onderzocht. In totaal kwamen de meetresultaten uit op maar liefst 128 diersoorten. ‘Dat gaat om krabben en kreeften, allerlei soorten vissen, wormen, bodemdieren, anemonen, zeesterren – echt van alles.’

Erosiebescherming als huisvesting voor oesters

De erosiebescherming (scour protection) rond de windturbines speelt een belangrijke rol in het project, legt Marin uit. ‘De Noordzee heeft een zanderige bodem. Als je daar zomaar een windturbinepaal in slaat, dan gaat het binnen no-time eroderen. Om die reden storten ze twee lagen stenen om de palen heen: eerst een laag met kleine stenen, en vervolgens een kleinere laag met grotere stenen.’ Die eerste laag heet een filter layer, de tweede een armour layer. ‘En daarbovenop hebben we dus op acht locaties nog extra schelpmateriaal aangebracht. Oesters settelen namelijk het liefst op andere schelpen.’

Goed voor ál het onderwaterleven

Zo’n schelpenlaag is erg kalkrijk. ‘Hierdoor denken de oesterlarven: “Hey, hier zit veel kalkmateriaal, dus hier moet ik zijn”.’ Als genoeg oesters dit doen, ontstaat er uiteindelijk een oesterrif. ‘Dat hoopten we in 2021 te bereiken toen we het schelpmateriaal aanbrachten. En nog steeds.’ De erosiebescherming is bovendien zeer aantrekkelijk voor allerlei zeedieren. ‘Het dient bijvoorbeeld als rust- en voortplantingsgebied voor vissen. En die trekken weer andere zeedieren aan zoals haaien, roggen en zeehonden.’

Nieuw onderzoek in 2028

Tot dusver blijken de oestertafels in grote mate een succes te zijn. Maar wat nu? ‘We weten inmiddels dat die schelp- en steenlagen leven aantrekken’, vertelt Marin. ‘Maar het is ook interessant om te zien hoe dat zich door de jaren heen ontwikkelt.’ Ze hoopt in de toekomst te kunnen concluderen dat het windpark niet alleen nieuw leven aantrekt, maar ook een bron van nieuw leven wordt. ‘Dus dat vissen en andere soorten erheen gaan om zich voort te planten. In 2028 gaan we terug om de oestertafels opnieuw te onderzoeken en de biodiversiteit te analyseren.’