Header bruinvissen

Bruinvis aanwezig in windparkgebied Borssele

Zijn windparken een geschikt leefgebied voor bruinvissen? Die vraag proberen onderzoekers sinds 2021 te beantwoorden in het windparkgebied Borssele, deels gebouwd en geëxploiteerd door Blauwwind. Inmiddels zijn de eerste inzichten bekend. Goed nieuws: de bruinvis wordt er met regelmaat gesignaleerd.

Onderzoeksprogramma Wozep

Windparken zijn van groot belang voor de energietransitie. Maar de bouw, het gebruik en de uiteindelijke demontage van windturbines hebben allemaal effect op het zeeleven. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gaf daarom in 2016 de opdracht aan Rijkswaterstaat om onder meer de effecten van windparken op zeedieren in kaart te brengen. Hiervoor werd een speciaal programma opgezet: het Wind op zee ecologisch programma (Wozep). Sinds 2021 worden de effecten van het operationele windpark Borssele op bruinvissen en andere zeezoogdieren onderzocht.

Onderzoek in een notendop

  • Dit onderzoek maakt deel uit van het Wozep-programma en ging van start in 2021
  • Bruinvissen worden onder water gemonitord door 14 meetstations
  • Bruinvissen worden aan het wateroppervlak geteld met vliegtuigtellingen
  • Onderzoek vindt plaats in windenergiegebied Borssele
  • In dit gebied wordt tevens onderzoek gedaan naar de verschillende geluidsniveaus

Afbeelding: WOZEP / Waardenburg Ecology

Klikgeluiden meten

Bruinvissen maken een soort klikgeluiden voor echolocatie. De onderzoekers registreren die geluiden met speciale meetstations in en rond het windpark. Samen met vliegtuigtellingen biedt dit inzicht in het aantal bruinvissen in de omgeving. Uit eerdere onderzoeken bleek dat bruinvissen windparken vermijden tijdens de constructiefase. ‘Bruinvissen zijn zeer gevoelig voor geluid, en ervaren daar inderdaad hinder van’, bevestigt Marin van Regteren, marien ecoloog bij Eneco en betrokken bij het Blauwwind-consortium. Maar hoe zit het na de constructiefase?

Effect operationele windparken op bruinvissen

Het onderzoek richt zich in algemene zin op de effecten van windparken en onderwatergeluid op bruinvissen. In deze onderzoeksfase wordt vooral gekeken of de bruinvissen na de constructie van een windpark weer terugkeren. Vooral het heien, waarbij de funderingen voor de windturbines in de zeebodem worden geslagen, veroorzaakt veel overlast voor de beschermde zeezoogdieren. ‘Maar daar is natuurlijk geen sprake van tijdens de operationele fase’, licht Marin toe. ‘En tot dusver wijst het onderzoek erop dat de bruinvis weer is teruggekeerd.’

Iets meer bruinvissen ín windpark dan erbuiten

Om vast te stellen of er minder bruinvissen aanwezig zijn in het windpark dan daarbuiten, moeten vanzelfsprekend ook buiten het windpark metingen worden uitgevoerd. Dat deden de onderzoekers een aantal kilometer noordelijk van de windturbines. Dit referentiegebied is ongeveer net zo groot als windpark Borssele, met ongeveer dezelfde diepte, zeewatertemperatuur en afstand tot de kust. Maar dan zonder windturbines. Het resultaat? ‘In dit onderzoek is amper verschil te zien tussen de hoeveelheid bruinvissen in de twee gebieden’, constateert Marin. ‘De meetstations telden zelfs iets meer bruinvissen in het windpark dan erbuiten.’

Borssele stiller dan de directe omgeving

Ook tijdens de operationele fase produceren windturbines geluid. Maar Marin wijst erop dat het Borsselegebied überhaupt druk en luid is. ‘Het gebied strekt zich grofweg uit tussen de Rotterdamse en Antwerpse havens. Er is dus sprake van veel scheepsverkeer en andere bedrijvigheid: de zee wordt immers door veel mensen en op verschillende manieren gebruikt.’ Wat dat betekent voor het geluidsniveau? ‘Dat is nu het interessante: in het windpark blijkt het gemiddeld 2 tot 6 decibel stiller dan daarbuiten. Er is minder scheepsverkeer, en dus ook minder lawaai.’

Resultaten in een notendop

  • Na afronding van de constructie van het windpark keren de bruinvissen terug
  • Er is geen noemenswaardig verschil gemeten tussen het aantal bruinvissen binnen of buiten het windpark
  • Het geluidsniveau in windpark Borssele III & IV is gemiddeld 2 tot 6 dB lager dan in de directe omgeving

Afbeelding: WOZEP / Waardenburg Ecology

Windparken als veilige havens?

Dient het windpark dan als een soort veilige haven voor zeedieren? ‘Er zijn best wat positieve zaken om te vermelden’, aldus Marin. ‘We hadden het al over het geluidsniveau. Daarbij mag er in windparken niet bodemberoerend gevist worden. Er gaan dus geen grote visnetten door die windparken heen, wat het een relatief rustige plek maakt.’ Wel benadrukt Marin dat er meer onderzoek nodig is om de precieze effecten van windparken op bruinvissen te achterhalen. ‘Maar dat de bruinvis na de constructiefase terug lijkt te keren, is een goed teken.’

Open onderzoeksvragen

Tot nu toe zijn de effecten van windparken op bruinvissen onderzocht tijdens en na de constructiefase. Wat nog ontbreekt is een onderzoek vóór de installatie, dus wanneer er nog helemaal niets in het gebied is gedaan. Dit onderzoek vindt plaats voorafgaand aan de bouw van een van de volgende windparken. Marin: ‘Pas dan kun je zeggen of zo’n windpark het leefgebied minder interessant maakt voor de bruinvis. Of misschien juist wel interessanter. Dat weten we pas als we het meten.’